28. WINTERPRET

09-12-2023

Ja mensen, moesten jullie het nog niet gemerkt hebben, de winter staat voor de deur. Flanellen pyjama's, geitenwollen sokken, berenmutsen, schapenvachtjes en breiwerkjes worden uit de kasten gehaald om de strengste winter aan te kunnen. Maar, ik heb het opgezocht, de vorige winter werd er in Ukkel een gemiddelde temperatuur gemeten van 5,5° Celsius. Dan loop je er toch wat belachelijk bij met een berenmuts en een halve kleerkast om je lijf.

Ik had mijn eerste job te pakken in september 1962. Ik was dolblij. Wist ik veel dat er een Siberische winter zat aan te komen. Een dikke maand later was het zover, het begon te vriezen en het bleef vriezen tot ver voorbij de maand maart. In de Noordzee dreven ijsschotsen en de gemiddelde temperatuur bleef drie horrormaanden onder nul.

De autobus was toen mijn enig vervoermiddel, zo'n 16 kilometer tot aan mijn werk en terug. Om half zeven aan de bushalte, dan met de deuren van de bus wijd open door de vorst tot aan de Tunnelplaats en dan nog ongeveer een kilometer bibberend te voet. Ik moest voorbij de Boerentoren en menige keer vreesde ik niet op mijn job te geraken. Mijn vader had de oplossing, een grote scheut whisky in mijn tas koffie voor vertrek. En wat dacht je, het hielp voor gene meter, mijn jonge lijf protesteerde op zoveel alcohol. 1963 werd terecht uitgeroepen tot strengste winter van de eeuw.

En toch heb ik de winterpret enige jaren later écht ervaren. Mijn partner en ik spoorden naar Oostenrijk om te skiën tijdens de kerstvakantie. Onze treinwagon zat vol pioniers die allemaal voor de allereerste keer op de latten gingen staan. De voorpret was al de moeite waard, er werd wat afgelachen en gefantaseerd. En neen, niemand van ons had skikledij, dat vonden we niet belangrijk. Ik had een joggingbroek geleend van mijn schoonzuster want ik had niet eens een skibroek en ik had twee mutsen gebreid, een witte met een rode pompon en een rode met een witte pompon.

Het was berekoud ('s morgens – 20° Celsius) en met gehuurde schoenen en latten schoven we de berg af, de durvers al wat rapper dan de anderen. Allerlei soorten kledij passeerden de revue. Een koppel broers spanden evenwel de kroon door in hun zondagkostuum naar beneden te zoeven met flapperende slippen. Het leken net vogels die wilden opstijgen.

Maar dé winterpret was voor mij toch wel de après-ski. Die begon al vroeg in de namiddag (avond valt vlug tussen de bergen) met Glühwein, Jägertee, Schnaps, Bouillon mit Ei, Knödeln enzovoort, overgoten met sappige verhalen van de nieuwbakken amateurskiërs.

Nu er bijna overal skikledij verkocht wordt, is mijn herinnering aan skiën in de jaren zestig pure nostalgie. Er was geen wedijver om de mooiste en  duurste outfit te hebben en/of de beste skiër te zijn. We waren allemaal debutanten. Plezier primeerde op de rest.