50. VIJFTIG.
Ik wandelde met mijn rollator tot aan de supermarkt op het einde van mijn straat. Er hing een loodzware, grijze lucht en zelfs de bomen, de huizen en de straten hulden zich in een dichte mist en zogen elke kleur op. Grijs was troef. Tot er plots een knalrode auto tussen het grijs opdook. Ge moet écht al een...